De gebroeders Offenbach en het echtpaar Derkinderen zijn de centrale figuren in Onnozele Kinderen. Eén van de Offenbachs is schilder, de ander een ondernemende jongeman die een eigen leven wil leiden. Dit wordt hem door zijn broer ten zeerste afgeraden. Bij het licht van de schemerlampen somt hij op waar een eigen leven toe leidt. Veel vrolijks levert die opsomming niet op. Raak is zijn voorstelling wel, want alles wat de broer in het vooruitzicht had gesteld komt grotendeels uit. 

 

Fragment uit de voorstelling

Mijnheer Derkinderen zegt: "Soms vergeet ik het ineens. Ineens ben ik het kwijt. Ik denk nog net: ik vergeet iets. Ik voel het zo mijn hoofd uitschuiven, als een laatje. Ik wil het nog pakken. Maar op het moment dat ik het pak denk ik: wat pak ik? Wat doet mijn hand daar vreemd in de lucht? Dan sta ik daar. Dan denk ik: Hè, ik denk niets meer. Ik moet gauw iets denken. Ik zoek naar een gedachte. Ik zoek, ik zoek. Maar ik vind niks, helemaal niks."

Reacties

Meer van de makers