In een huiskamer, achter een van de ramen van een levensgrote adventskalender, halen drie broers in identieke kleding herinneringen op. Jacob de Oudste en Jacob de Jongste zijn beiden naar hun vader vernoemd (voor het geval er een zoon dood mocht gaan), Thomas is de middelste broer. 
In het huiskamerheden zijn de drie broers filmprojecties, die in gesprek gaan met wie zij waren in het verleden.

 

Dat verleden, de tijd dat ‘vuile piel’ het ergst te bedenken scheldwoord was, speelt zich af in het bos. Hier huizen een poema (ontsnapt uit een circus), een neger (gevlucht uit een missietentoonstelling) en een meisje dat gekust en bevrucht kan worden.

 

De jongens leven een met katholicisme geïmpregneerd leugenbestaan, vol zonden, vermeende zonden, valse voorlichting en fantasieën over later. Jacob de Oudste trekt aan de touwtjes en krijgt zijn broers waar hij ze wil hebben. Maar zijn betweterigheid leidt ook tot meningsverschillen. Die lopen ten slotte zo hoog op dat zijn twee broers termieten vrijlaten in hun bos. De bomen vallen, wat rest is het kale nu. 

Reacties

Meer van de makers