Een man heeft jaren geleden een roofmoord gepleegd. Met een fietspomp. Toen hij de moord pleegde, voelde hij voor het eerst dat hij een ziel heeft. Die ziel noemt hij Henk. Vanaf dat moment wist hij zijn eigen naam niet meer.

 

De man wil aangifte doen van zijn daad, maar op het politiebureau is niemand die zich voor zijn verhaal interesseert. Alleen aangiften van fietsendiefstallen worden serieus genomen. 
Het bureau blijkt een krankzinnig bolwerk van nutteloze efficiency, waarin de drie agenten met gezwinde pas heen en weer snellen. Hun missie: de bevolking beschermen tegen verfietsing. Mensen gaan meer en meer op hun fiets lijken. Bovendien krijgen fietsen menselijke trekken. Er zijn al fietsen die aan het fornuis staan of die mannen verleiden.

 

Als de agenten erachter komen dat het moordwapen van de man een fietspomp was, krijgen ze alsnog belangstelling voor de zaak. Ze treden uiteindelijk zelf op als zijn rechters en geven hem de doodstraf. Dan neemt het plot een verrassende wending.

Reacties

Meer van de makers