Ober

Edgar wil een leuke vriendin, in plaats van een vrouw die niet ziek is en gewoon gezellig. Hij wil nieuwe buren, want zijn huidige zijn – zacht uitgedrukt – nogal onaangepast. Ook hij is het zat om als deurmat gebruikt te worden door de gasten in het restaurant waar hij werkt als ober. Uit zijn affaire met Victoria haalt Edgar ook weinig voldoening. Kan Herman niet eens wat leukers verzinnen?

Herman is namelijk de scriptschrijver van Edgars leven. Hij is hoogst verbaasd wanneer Edgar zijn schrijfkamer binnenstapt. ‘Jij hoort hier helemaal niet te komen, jij bent fictief.’ Het is Hermans voornemen hem te tergen, te laten lijden. Toch weet Edgar hem over te halen zijn leven een positieve wending te geven. Bijvoorbeeld met een nieuwe vriendin, Stella.

Vervolgens wil Herman de introductie van de vriendin compenseren met extra ellende, waaronder een twee criminele buurmannen, een te ijverige huurmoordenaar en een andere man die er met Stella vandoor gaat. Steeds meer personages komen bij Herman verhaal halen. Uiteindelijk is hij zo radeloos dat hij nog maar één woord kan tikken. Een woord waarmee alles is afgelopen.